Overdenking: Maria van Magdala als lichtend voorbeeld

1 Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria van Magdala en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om Hem te balsemen. 2 Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. 3 Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’ 4 Maar toen ze opkeken, zagen ze dat de steen al was weggerold; het was een heel grote steen. 5 Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Ze schrokken vreselijk. 6 Maar hij zei tegen hen: ‘Wees niet bang. Jullie zoeken Jezus van Nazaret, die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, Hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar Hij was neergelegd. 7 Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaat jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie Hem zien, zoals Hij jullie heeft gezegd.” (Marcus 16)

Een van de trouwste volgelingen van Jezus zien we met name terug rond de dood en opstanding van de Here Jezus. Het is Maria van Magdala, die Jezus gediend en gevolgd heeft (Lukas 8:1-3) en die samen met nog een aantal andere vrouwen zowel bij de kruisiging als ook bij het graf is, op de paasmorgen. Bijzonder is dat er bij deze Maria speciaal wordt vermeld dat ze bevrijd was van zeven boze geesten. Jezus zelf heeft haar bevrijd en daarmee verlost uit een hels leven. Kijk maar wat de boze geesten met de man deden (Marcus 5:1-5), die ook door Jezus werd bevrijd van deze duivelse bezetting.

Het is deze Maria ook, aan wie Jezus na Zijn opstanding als eerste verschijnt! Ik kan me zo voorstellen dat het voor haar een enorme bemoediging geweest moet zijn dat haar Bevrijder leefde, want met de dood van Jezus was ze wellicht ook bang geworden dat de boze geesten weer grip op haar zouden krijgen. Daarnaast zien we hier ook iets van wat Jezus bedoelt met ‘de laatsten zullen de eersten zijn’: een vrouw die mogelijk een ‘outcast’ was, wordt door Hem bevrijd en gered en is de eerste die Hij opzoekt na Zijn opstanding! Dat mag voor iedereen nu ook een bemoediging zijn: te weten dat jij ongeacht je verleden bij Jezus mag komen, dat Hij je kan bevrijden van welke binding ook en dat Hij zich, op Zijn manier, aan jou bekend zal maken zoals we hier bij Maria lezen.

Maria krijgt ook als eerste de opdracht om aan de discipelen te vertellen dat Jezus weer leeft, en dat doet ze vervolgens ook. Helaas landt de boodschap niet, omdat ze het niet kunnen geloven en mogelijk ook omdat ze overmand zijn door verdriet. Heel herkenbaar, niet? Dat een bemoedigende boodschap van een vriend of vriendin niet bij je landt, omdat je verdriet je helemaal in beslag neemt. Dat je niet herkent dat het het mogelijk Jezus zelf is, die hulp en steun aanbiedt door een medegelovige. Jezus zelf neemt het de discipelen kwalijk dat ze Maria’s getuigenis van Zijn opstanding niet geloven: hun verdriet blokkeerde hun geloof. Ze staan niet open voor het geweldige nieuws dat Maria hier komt brengen noch voor diezelfde boodschap van twee andere gelovigen. Ze geloven het pas als Jezus zelf bij hen komt, en ze hem met eigen ogen zien. Laten wij God bidden dat we zowel mogen getuigen van een ontmoeting met de levende Jezus alsook dat we in onze moeilijke periodes open zullen staan voor een bemoediging die anderen ons komen brengen.